Emotie veroorzaakt een onrustig lichaam



Kinderen maken op een dag veel mee. Soms meer dan hun systeem aankan. En wat niet verwerkt wordt, blijft niet zomaar hangen in het hoofd – het zet zich vast in het lijf. In spieren, ademhaling, hartslag, spierspanning.

Een kind dat zich groot hield bij de opvang, dat verdrietig was bij het afscheid, of dat overprikkeld raakte in de supermarkt, heeft die ervaring misschien nog nergens kunnen ‘laten landen’. En dus draagt het die mee. Niet altijd bewust, maar wel voelbaar.

Aan het eind van de dag, als er rust is en jij dichtbij bent, komt het moment waarop dat lijf begint te spreken. Dan kan het trillen, huilen, schoppen, wiebelen of verkrampen. Niet als onwil, maar als ontlading van wat er vastzat.

Slaapproblemen zijn vaak spanningsproblemen

Veel slaapproblemen ontstaan niet door een slechte gewoonte, maar door een vol hoofd en lijf. Kinderen zijn nog volop bezig met het leren reguleren van emoties, prikkels en verwachtingen. Alles wat ze overdag hebben opgespaard, komt er ’s avonds alsnog uit.

En dat is eigenlijk heel logisch. Want:

  • Overdag doen ze hun best om zich aan te passen

  • Ze houden zich groot op school of bij de opvang

  • Hun systeem krijgt weinig tijd om op adem te komen

  • En 's avonds? Dan komt er eindelijk ruimte en veiligheid – en dus... de ontlading

Dit is geen onwil. Het is een teken dat je kind zich veilig genoeg voelt om los te laten.

Het lichaam praat vóór het hoofd

Kinderen verwerken hun ervaringen eerst lichamelijk. Ze bewegen, huilen, worden druk of juist stil. Ze kunnen vaak nog niet zeggen wat er speelt, maar hun lijf laat het wel zien. Bedtijd is een kwetsbaar moment. Het is stil, er is weinig afleiding – en dat is precies wanneer emoties naar de oppervlakte komen.

Als we slaapproblemen alleen benaderen als een gedragsprobleem, missen we de onderlaag. Want:

  • Een kind dat niet wil slapen, kan een kind zijn dat nog niet kan slapen

  • Een kind dat roept, heeft misschien nog iets te voelen

  • En een kind dat protesteert, zoekt misschien geruststelling, geen controle

Wat kun je doen?

  1. Geef overdag ruimte aan spanning
    Maak momenten waarop je kind zich vrij kan uiten – rennen, springen, gillen, huilen, hangen, klimmen, tekenen. Prikkels hebben een uitweg nodig.

  2. Gebruik het avondritueel als overgangsmoment
    Kies voor vertraging in de avond: geen haast, geen schermen. Wel nabijheid, lichaamscontact, samen lachen of juist stil zijn. Een moment van “zakken” uit de dag.

  3. Laat emoties bestaan bij bedtijd
    Als je kind boos of verdrietig is, hoef je het niet op te lossen. Je hoeft alleen maar te blijven. Zeg: “Ik ben hier.” Soms is dat genoeg.

  4. Laat het proces los, focus op veiligheid
    Niet elk kind slaapt binnen 10 minuten. En niet elke avond is hetzelfde. Vertrouwen groeit in herhaling. Niet in controle.


Tot slot

Soms is er bij het slapengaan niet méér nodig, maar juist minder. Minder invullen, minder oplossen, minder haast. Alleen maar aanwezig zijn. Alleen maar voelen wat er nog vastzit.

Meer rust in de avond?
Probeer de Slaaapie-oefeningen die kinderen helpen spanning los te laten voor het slapengaan.
Klik in het menu op 'slaapplan'

Fijne avond en lekker slapen