Van spannend naar gezellig donker
Zo werkt het:
Begin met verstoppertje spelen in een kamer met het grote licht nog aan. Als je kind het leuk vindt, zet je het grote licht uit en laat je alleen een klein lampje branden (zoals een nachtlampje of een zaklamp). Bouw het langzaam af: steeds iets donkerder, steeds iets spannender – maar dan op een leuke manier.
Je kunt zelf gaan verstoppen en zachtjes geluidjes maken zodat je kind je kan vinden. Of andersom! Gebruik zaklampjes, fluisterstemmen of een grappig geluidje als aanwijzing. Lachen mag! Voel je samen ondeugend en verbonden.
Vragen om te stellen na het spel
Stel één of twee vragen na elk potje, of vlak voor het slapen gaan:
-
“Hoe voelde het om zich even in het donker te verstoppen?”
– Helpt je kind te verkennen wat er innerlijk gebeurt -
“Was je nog bang toen ik je riep?”
– Vergroot bewustwording dat angst gebeurtenissen kunnen volgen zonder dat er iets gebeurt. -
“Wat vond je fijn aan spelen in het donker?”
– Verbindt plezier aan het donker, helpt bij het vormen van nieuwe, positieve associaties. -
“Wat zou je de volgende keer anders willen doen?”
– Stimuleert zelfsturing, waardoor je kind leert grip te krijgen op eigen angst. -
“Was er iets wat je graag wilde zeggen toen je het spannend vond?”
– Bevordert expressie en leert je kind gevoelens te benoemen. -
“Zou je nog eens willen spelen zo – of misschien donkerder of met een ander lampje?”
– Stimuleert keuzevrijheid en regie, belangrijke stappen in exposure.
Waarom het werkt:
Deze vragen laten kinderen bewust voelen wat er gebeurt, leren dat donker niet altijd gevaar betekent, en helpen hen voelen dat ze invloed hebben. Zo groeit hun vertrouwen in henzelf en in het donker.
Kinderen die bang zijn in het donker hebben vaak nare associaties met donker: alleen zijn, stilte, onzekerheid. Door er samen een speels en positief moment van te maken, wordt het donker een veilige, leuke plek.
Onderzoek laat zien dat positieve ervaringen gekoppeld aan iets dat spannend voelt (zoals het donker), helpen bij het afbouwen van angst. Dit heet exposure met veiligheid en plezier – en het werkt, mits je het rustig opbouwt.
Deze oefening versterkt het gevoel van veiligheid én controle. Je kind bepaalt mee hoe ver jullie gaan. Zo groeit er vertrouwen, ook als het donkerder wordt.
Let op:
Dwing je kind nooit. Het mag spannend zijn, maar het moet leuk blijven. Daarbij is ook belangrijk dat je voor de grap niet eng gaat doen want dit kan juist de angst van je kind vergroten.